
Ik ben Frank
Eerlijk? Ik leg de di-verse vis op tafel.
Ik zou het liefst direct aan de slag gaan. Niet te veel woorden verspillen, maar meteen luisteren, kijken en voelen wat er speelt. Omdat ik werk met mensen – en vooral met kinderen en jongeren – weet ik dat een korte kennismaking op z’n plaats is. Dus, wie ben ik? Een mens, net als jij. Maar wel iemand die getraind is in het zien van wat vaak onopgemerkt blijft en het horen van stemmen die anders verloren gaan in de ruis van verwachtingen en systemen.
Van jongs af aan heb ik een fascinatie gehad voor wat zich tussen de regels door afspeelt. Ik wilde begrijpen hoe iets werkt, niet alleen in theorie, maar vooral in de praktijk. Of het nu ging om een vastlopende wasmachine, een haperend systeem in het onderwijs of een kind dat steeds weer buiten de groep viel – ik dook erin. Niet om kant-en-klare oplossingen te geven, maar om samen te kijken: Wat wordt hier eigenlijk gezegd zonder woorden? Wat blijft onuitgesproken, maar wel voelbaar?
Mijn achtergrond ligt in het vernieuwings- en speciaal onderwijs, waar ik heb ervaren hoe complex en gelaagd pedagogisch handelen is. Kinderen zijn geen optelsom van problemen of methodieken, ze zijn levende verhalen, vol tegenstrijdigheden en mogelijkheden. In het speciaal onderwijs leerde ik wat vertrouwen werkelijk betekent. Hoe kinderen je eerst aftasten, observeren: wie ben jij? Wat breng je mee? En pas als je betrouwbaar blijkt – als je woorden en daden kloppen – ontstaat er ruimte om samen te bouwen.
Datzelfde geldt voor organisaties. Ik heb ervaren hoe structuren, gewoontes en vooronderstellingen bepalen wat als ‘normaal’ wordt gezien. Maar normaal voor wie? Door de jaren heen ben ik me steeds meer gaan richten op deconstructie: het ontrafelen van wat vanzelfsprekend lijkt en het blootleggen van alternatieven. Niet om af te breken, maar om ruimte te maken voor iets nieuws. Wat ik allereerst als bijwerking zag maar later steeds beter ging begrijpen en daarmee zien, was dat kinderen onze verhalen deconstrueren. Ze ontmantelen verhalen door vragen die spanningen, tegengesteldheden en willekeurige hiërarchieën laten zien. En deze natuurlijke kindreacties vragen om een betrokken ouderlijke aandacht.
Naast pedagogen en poëzie waren er filosofen als Jacques Derrida en complexiteitsdenkers Paul Cilliers die me hielpen een taal te vinden waarmee ik de praktijk kon beschrijven: opvoeding en onderwijs zijn geen lineaire processen. Net als mayonaise – om Cilliers’ metafoor te gebruiken – zijn ze niet terug te brengen tot losse ingrediënten. Wat we doen met kinderen heeft blijvende impact, en die impact is niet altijd voorspelbaar.
Daarom ben ik gaan werken aan een pedagogiek die vertraging inbouwt, die luistert voordat er naïef over een kind wordt geoordeeld. Een manier van luisteren en kijken die niet alleen focust op individuele kinderen, maar ook op de structuren waarin ze opgroeien. Ik geloof in het belang van het verhalende – verhalen maken het ongrijpbare zichtbaar, geven ruimte aan het meerstemmige en nodigen uit tot dialoog.
Met mijn onderneming zet ik me in voor een pedagogiek waarin kinderen meedoen, meedenken en meebeslissen. Niet als ‘deelnemers’ in een systeem dat al vastligt, maar als volwaardige gesprekspartners. Want kinderen hebben iets te zeggen. De vraag is: kunnen wij nog luisteren naar hoe het bij ons was?
Ik kan je helpen.