Artsen: met of zonder
Voor volwassenen is een dokter gewoon iemand die snapt hoe je lichaam werkt: ze helpen je, maken je beter en nemen beslissingen over je gezondheid. Logisch toch? Je gaat met een lekke band tenslotte ook niet naar een pizzeria. Maar voor kinderen is een arts zoveel meer. Ze zien niet alleen een dokter, maar ook de persoon daarachter. Ze beleven het hele bezoek op een totaal andere manier dan wij vaak doorhebben.
De witte doktersjas: zekerheid of een beetje spannend
Voor sommige kinderen is die witte jas heel duidelijk: “Ah, dat is de dokter, die weet hoe het moet!” Lekker geruststellend. Maar voor anderen? Die zien die jas en denken meteen: “O nee, die gaat vast pijn doen, net als de vorige keer met die prik.” Die jas kan dus ook een soort waarschuwing zijn: er staat iets te gebeuren. En dat kan een beetje eng of onbekend voelen.
"Toen ik de kamer binnenkwam, rook ik iets onbekends. De meneer met de witte jas keek even naar zijn scherm en stelde wat vragen aan mama. Maar aan mij vroeg hij niks. Ik wilde vertellen dat mijn buik alleen pijn doet als ik ren, maar dat hoefde blijkbaar niet. Hij keek alleen naar mama, niet naar mij."
Zonder witte jas: gezellig of juist verwarrend
Sommige artsen dragen expres geen witte jas, zodat kinderen zich meer op hun gemak voelen. Voor sommige kinderen werkt dat super: “Hij lijkt op iemand die ik ken, dus hij is vast aardig!” Maar voor andere kinderen? Die raken in de war: “Is dit wel een echte dokter?” of “Waarom ziet deze dokter er anders uit dan die van de vorige keer?”
"De vrouw droeg een gele trui, net als mijn juf. Ze zei dat ze dokter was, maar ik zag geen dokterskar met spullen. Even wist ik niet of ik haar moest geloven. Maar toen ze vroeg of ik wist waar mijn hart zat, moest ik lachen. Ze legde uit hoe ze naar het kloppen kon luisteren. Toen wist ik zeker: oké, zij is echt een dokter."
Ouders: de sfeerbepalers
Kinderen letten ook op hoe ouders zich gedragen. Voelen ze spanning of juist rust bij hun ouders? Ik dacht ooit dat het beter was om niet mee te gaan naar de tandarts. Mijn eigen ervaringen daar waren namelijk vreselijk. Ze zeiden steeds: “Het doet geen pijn,” maar ondertussen voelde ik van alles. Het leek me beter om mijn kind er alleen heen te laten gaan.
Maar eerlijk? Het maakte helemaal niks uit. De tandarts deed nog steeds pijn en bleef maar zeggen dat het snel voorbij zou zijn. Maar hoelang is ‘snel’ eigenlijk???!
Nu hebben we een tandarts die goed is met kinderen en pijnbehandeling. Het doet nog steeds pijn soms, maar de sfeer en aanpak maakt het verzachtend.
Wat kunnen we hieruit leren?
Kinderen kunnen heel anders naar een dokter kijken dan wij. Wanneer een arts aan een kind vraagt of ie het fijner vindt met of zonder jas, dan is daar gelijk een gelijkwaardige overbrugging. Hoe een arts zich gedraagt en hoe ouders reageren kunnen allemaal mede bepalend zijn in beeldvorming. Wil je de beeldvorming bepalen dan is het aan te raden om aan het einde van een artsbezoek aan het kind te vragen hoe het bezoek was en te kijken of het kind alles kan zeggen, even meehelpen met een opmaat vanuit kinddeskundigheid zal als een omarming zichtbaar zijn.
En mocht je als arts willen ervaren hoe het anders kan, dan zijn ook je eigen kinderen een briljante bron aan ideeën. Ze zijn de moeite waard om te bezoeken.
Reactie plaatsen
Reacties