
Voorbij het praten óver kinderen – een pleidooi voor opvoeden mét hen
We praten veel over onderwijs. Over toetsen, cijfers, achterstanden, prestaties. Soms zelfs over "gelijke kansen" of "welbevinden". Maar zelden horen we in die gesprekken de stem van het kind zelf. En als het kind al ter sprake komt, dan vaak als meetbare uitkomst, als doelgroep of als object van zorg.
Een nieuwe bundel met de titel Onderwijs voorbij de meritocratie (2025) probeert daar iets aan te doen. In het boek nemen wetenschappers de prestatiemaatschappij onder de loep. Ze stellen kritische vragen bij het idee dat iedereen "krijgt wat hij verdient", en pleiten voor een andere manier van denken over succes, kansen en onderwijs.
Een belangrijk boek – zeker. Maar ook een boek dat opnieuw vooral over kinderen spreekt. In lange zinnen, met veel woorden, op een taalniveau dat voor veel ouders, kinderen én professionals op de werkvloer lastig te volgen is.
En juist dáár schuurt het geregeld.
Een vertrouwd patroon: veel woorden, weinig nabijheid
De bundel benoemt heel scherp hoe prestatie centraal is komen te staan in het onderwijs. Hoe scholen sorteermachines zijn geworden. Hoe kinderen zich soms gevangen voelen in cijfers. Maar ironisch genoeg gebeurt dit opnieuw in de taal van de systeemwereld: vanuit de universiteit, vanuit onderzoek, met afstand tot het dagelijkse leven van kinderen en hun opvoeders.
Als we echt willen veranderen, dan moeten we stoppen met over kinderen praten alsof zij er niet bij zijn.
Dan moeten we niet de taal van beleid, maar die van ontmoeting centraal stellen.
Wat als we luisteren naar wat kinderen écht zeggen?
Hieronder deel ik een paar voorbeelden uit het echte leven. Momenten waarop kinderen hun werkelijkheid uitspreken – vaak zonder dat ze het zelf doorhebben. Geen theoretisch verhaal, maar fragmenten die ons iets leren over wat zij voelen, bedoelen, zoeken.
“Ik ben niet goed in rekenen, maar ik kan wel goed schuilen.”
Een jongen van negen jaar kruipt onder een bankje op het schoolplein. Terwijl hij zich volgens de normen ‘onttrekt’ aan het groepsproces, is hij bezig met iets dat diep pedagogisch is: zichzelf beschermen, zich oriënteren. Hij oefent in leven.
“Waarom krijgt zij een sticker? Ik was gewoon zacht.”
Een meisje uit groep drie voelt hoe haar stille betrokkenheid niet gezien wordt. Ze leert dat extravert gedrag wordt beloond, terwijl zij oefent in empathie en afstemming.
“Mijn hoofd doet pijn als jullie tellen wat ik waard ben.”
Een 12-jarige leerling met een migratieachtergrond vertelt na een toetsweek hoe de constante meting hem uitput. Zijn taal is poëtisch – en pijnlijk precies.
“Later word ik iemand die mensen aan de hand meeneemt als ze het niet meer weten.”
Een kind verwoordt geen beroep, maar een verlangen. Geen economische functie, maar een menselijk gebaar.
Wat vraagt dit van ons als opvoeders en leraren?
Het betekent dat we beter moeten luisteren. Hoe het is - en was - om kind te zijn, en dan in een andere omgeving. Een plek waar we nieuwsgierig en bescheiden horen wat kinderen en jongeren te zeggen hebben en hierop aansluitend gaan handelen. Vaak helder, simpel en makkelijk te begrijpen.
Dat we durven loslaten wat we vooraf bedacht hadden, en kijken naar wat er gebeurt als we kinderen echt als partners zien in opvoeding en onderwijs.
Dat we niet alleen streven naar "gelijke kansen", maar ook naar gelijke zeggenschap.
Dat we het systeem verzachten – niet door alles overboord te gooien, maar door te beginnen bij relaties, bij verhalen, bij wat kinderen zélf aandragen.
Voorbij woorden, richting daden
De bundel Onderwijs voorbij de meritocratie geeft een belangrijke aanzet. Maar als we niet oppassen, blijft het steken in goedbedoeld academisch spreken over verandering.
De echte verandering begint daar waar een kind iets fluistert – en een volwassene niet meteen antwoordt, maar eerst luistert en bijvoorbeeld tien seconden wacht totdat er nòg iets gaat opvolgen. Of het nu de hersenen actief zijn, een onverwerkt ter tafel geraakt of een digitale ervaring, het maakt niet uit. Er gebeurt tenminste iets wat verder gaat dan voorheen. Gewoon door tien seconde stil.
Dát is opvoeden voorbij meritocratie. Niet door het systeem weg te denken, maar door het samen met kinderen opnieuw vorm te geven.
Bron:
Van Putten, R., & Van der Zee, T. (Red.). (2025). Onderwijs voorbij de meritocratie: Tegendraadse beschouwingen over prestaties in het onderwijs. Radboud University Press. https://doi.org/10.54195/fhyo8418
Reactie plaatsen
Reacties